Wat is vruchtwisseling, een samenvatting

Er zijn een paar dingen die buurvrouw n° 9 nog moet weten voor ze kan beginnen plannen, de ruimte heeft ze al nu nog now how van de how to.

Nu heeft buurvrouw n° 9 twee kinderen en een voltijdse vaste job en leest ze op vrijdagnamiddag nog altijd de weekendkrant wegens Geen Tijd en bijgevolg alleen tijd voor samenvattingen.
Check!

Vruchtwisseling voor de Werkende Mensch door Mme Zsazsa
Theorie
Alle groenten kunnen ingedeeld worden in 5 groepen die op dezelfde manier behandeld worden nl. de grondbewerking en het soort en de hoeveelheid van bemesting.
Elk jaar staan deze groepen op een ander perceel in de moestuin.
Omdat groenten van dezelfde familie jaarlijks beter niet op hetzelfde perceel staan komen ze samen in een van de vijf groepen.
Die groepen moeten dan weer in een bepaalde volgorde op elkaar volgen want sommige groenten laten een goede bodemstructuur na en andere niet. De planten die makkelijk door onkruid overmand worden worden afgewisseld met planten die goed het onkruid onderdrukken. Groenten die veel stikstof nodig hebben volgen op groenten die veel stikstof afscheiden. Enzovoort en zo verder.
Kijk hieronder welke groenten tot dezelfde groep behoren.


De volgorde
vruchtwisselingIn deze volgorde volgen de gewassen elkaar op, dit is jaar één, jaar twee komen de bladgewassen op het perceel van de koolgewassen, de koolgewassen gaan naar het perk van de peulgewassen, de peulgewassen gaan naar het perk van de aardappelen, de aardappelen gaan naar het perk van de wortelgewassen die naar het perk van de vruchtgewassen gaan enz. Alles schuift één plaats omhoog dus, dit jaar na jaar na jaar.













DE VERSCHILLENDE GEWASSEN

Koolgewassen -> BroccoliGroep 1: De koolgewassen
Bemesting: Elk jaar veel compost
Voorbeelden: Rode-, witte-, bloem-, savooie- en Chinese kool, spruitjes, knolselder, broccoli, raapjes, radijzen, raapstelen en al de rest met kool in de naam.
Extra: Kolen worden vaak niet zelf gezaaid maar als plantgoed gekocht, broccoli, spruiten en chinese kool zijn makkelijker op te kweken uit zaad.








Bladgewassen -> Sla en preiGroep 2: De bladgewassen
Bemesting: Veel compost.
Voorbeelden: Alle soorten sla, zuring, prei, andijvie, postelein, spinazie, warmoes, selder, kervel, ...
Extra: Heb je niet genoeg ruimte voor vijf of zes perken dan kan je de bladgewassen bij op de andere perken zetten.
Bladgewassen moeten eigenlijk geen apart perceel hebben doordat ze allemaal tot verschillende families behoren en verschillende compostbehoeftes hebben. Je kan dus gewoon de sla bij de kolen, de veldsla tussen de erwten en de rucola naast de wortels zetten. Bladgewassen kan je ook als voor-en nateelt zetten.


Vruchtgewassen -> CourgetteGroep 3: De vruchtgewassen
Bemesting; Veel kompost of stalmest
Redelijk wat vruchtgewassen moeten in een serre gekweekt worden, de vruchtgewassen die met gemak buiten geteeld kunnen worden zijn: pompoen, courgette, sommige tomaten en maïs.
Extra: Tomaat, courgette en mais kunt u in de loop van het seizoen nog een keer bijmesten met compost of mest.








Wortelgewassen -> Rode bietGroep 4: De wortelgewassen
Bemsting: Geen
Wortelgewassen groeien zonder compost, ze halen de restjes van de vorige jaren uit de grond en dat is voldoende.
Voorbeelden: wortelen, pastinaak, venkel, schorseneer, rode biet, ui en knoflook.
Extra: De grond moet diep losgemaakt zijn, anders krijg je korte wortelen.
Om de wortelvlieg te vermijden worden wortelen altijd in combinatie met gewassen uit de lookfamilie gezaaid, zaai dus een rijtje wortelen naast een rijtje look/ui/sjalot.





Peulgewassen -> TuinbonenGroep 5: De peulgewassen
Bemesting: Geen
Voorbeelden van peulgewassen zijn: erwt, peul en boon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten